[mks_dropcap style=”letter” size=”48″ bg_color=”#ffffff” txt_color=”#000000″]E[/mks_dropcap]r is meer baat bij oppervlakkige controverse dan bij een diepgravende discussie, zo schreef journalist, publicist en columnist Rob Wijnberg in 2007. Er zou namelijk onmacht heersen in de journalistiek, doordat het commerciële aspect van een krant zwaarder is gaan wegen. In het boek ‘Nietsche & Kant lezen de krant’ maakte Wijnberg dit duidelijk met een voorbeeld waarbij een reactie als ‘opmerkelijk’ een understatement zou zijn.
De winnende hand van Wilders
Geert Wilders zond het NRC Handelsblad een kant en klaar geschreven opiniestuk over het verbod op de Koran. De redactie van het NRC Handelsblad vond het stuk onplaatsbaar, omdat het niet voldeed aan de eisen van een publicatie. Het artikel bestond namelijk slechts uit uitspraken zonder enige onderbouwing. Daarop kwam de krant met een tegenvoorstel dat bestond uit de vraag of Wilders het opiniestuk wilde onderbouwen. Een daaropvolgend alternatief was dat een verkorte versie zou worden gepubliceerd. Nadat dit aanbod resoluut werd afgeslagen, besloot het NRC Handelsblad nog een poging te wagen door Wilders te vragen of hij een interview wilde afleggen over het Koranverbod. Dit bleek tevergeefs: Wilders had zijn opiniestuk intussen al voorgelegd aan de Volkskrant, waar ze direct toehapten.
Situatie vandaag de dag
Intussen is de concurrentie toegenomen en zijn de advertentie-inkomsten afgenomen. Volgens logische redenatie zouden kranten vandaag de dag nog meer hunkeren naar commerciële klappers, waarbij inhoud van ondergeschikt belang is. Het is interessant om erachter te komen of een soortgelijk stuk weer zou worden geplaatst en zo ja, in hoeverre het dan nog mogelijk is dat Wilders een opiniestuk plaatst in een kwaliteitskrant waar aan de eisen van een publicatie is voldaan. Medium stelde hoogleraar Politieke Communicatie & Journalistiek Knut de Swert een aantal vragen over deze interessante kwestie.
Juiste beslissing of misstap?
“Het NRC heeft zeker even spijt gehad, omdat het nu eenmaal belangrijk is om als (kwaliteits)medium de plaats te zijn waar belangrijke discussies ontstaan en gevoerd worden en waar de agenda wordt bepaald”, aldus De Swert. “Men heeft destijds een afweging gemaakt tussen dat belang en eventuele schade aan het imago van de krant, omdat het opiniestuk niet NRC-waardig was. Als ze ergens spijt van hebben bij het NRC, zal dat vooral geweest zijn dat ze de beslissing van de Volkskrant verkeerd hadden ingeschat. De Volkskrant heeft vol het risico genomen, terwijl het NRC het niet aandurfde om dergelijk gevoelig stuk onvoldoende onderbouwd een plaats te geven in hun krant. Ik denk dat ze er achteraf allebei vrede mee hebben.” Het imago waarbij onafhankelijkheid en kwaliteitsbewaking twee prominente sleutelwoorden zijn, wogen voor het NRC Handelsblad zwaarder dan de nieuwswaarde van het opiniestuk. De Swert heeft zelf een duidelijke mening over de gemaakte keuze van het NRC Handelsblad: “Ik vind persoonlijk de beslissing van het NRC in dit geval heel moedig en voorbeeldig voor de journalistiek in het algemeen. Je als krant onafhankelijk opstellen en aan kwaliteitsbewaking doen, waarbij je zelf soms wat publiciteit en aanzien voor je medium verliest door een scoop aan een concurrent te laten, is bewonderenswaardig.’’
De dagbladen en de macht van Wilders
“Wilders heeft nu ook weer niet zo veel macht”, vervolgt De Swert. “Kranten als de Volkskrant en het NRC zullen autonoom hun beslissingen blijven nemen en vaak zal dat resulteren in het niet publiceren van een artikel, of hooguit publicatie na aanpassing. Het aantal PVV-stemmers bij het NRC en de Volkskrant is niet groot genoeg om deze kranten echt te doen wakker liggen van mogelijk verlies van lezers in dat marktsegment.” Ondanks dat dagbladen volgens De Swert autonoom keuzes zullen maken, laat hij weten dat social media ook invloed kunnen hebben op de behandelde onderwerpen van dagbladen: “Deze dagen hebben politici zoals Wilders bovendien het grote voordeel van social media, waardoor ze er zelf voor kunnen zorgen dat ze niet genegeerd kunnen worden in het publieke debat.” Social media zorgen er namelijk voor dat de weerklank van Wilders’ ideeën dermate groot is, dat zijn mening niet buiten beschouwing kan worden gelaten. Met zijn 642 duizend volgers op Twitter – Mark Rutte heeft er 526 duizend – lijkt de mening van Wilders onmogelijk te omzeilen in het publieke debat. Daarnaast lijken de anti-islam tweets na de aanslagen in Parijs bijna populairder dan de compassionele tweet van onze Rutte:
Ik zeg het al meer dan 10 jaar. De islam hoor niet bij ons. Brengt overal geweld en gevaar. We moeten deislamiseren en onze grenzen sluiten.
— Geert Wilders (@geertwilderspvv) 14 november 2015
As long as our so called leaders Obama, Cameron, Merkel and Rutte deny that islam and terror are the same, we will have terror attacks. — Geert Wilders (@geertwilderspvv) 14 november 2015
Heel Nederland leeft met Frankrijk mee, onze gedachten zijn bij de slachtoffers en hun nabestaanden.
— Minister-president (@MinPres) 13 november 2015
Vooruitblik
Een soortgelijk stuk heeft dus zeker in deze tijd een absolute nieuwswaarde omtrent de vluchtelingenstroom en de activiteiten van Daesh (IS) in West-Europa. Ondanks dat de nieuwswaarde van een soortgelijk opiniestuk is gestegen, weten we niet of het NRC Handelsblad een dergelijk opiniestuk van Wilders dit keer wél zal plaatsen. De Swert durfde een voorzichtige voorspelling te doen: “Ik denk dat Volkskrant het nog steeds zou plaatsen en dat het NRC het nu ook zou plaatsen, maar het wellicht doordacht zou omringen met nuancerende meningen.” De tijd zal uitwijzen of De Swerts voorspelling strookt met de praktijk. Vooral in deze tijd, waarin dergelijke opiniestukken dermate gevoelig liggen in de samenleving, zal de keuze voor dagbladen niet eenvoudig zijn gemaakt.
Cover: Daan van Houten