[mks_dropcap style=”letter” size=”48″ bg_color=”#ffffff” txt_color=”#000000″]H[/mks_dropcap]et was 28 oktober in het jaar 1973 toen Johan Cruijff debuteerde als speler van FC Barcelona. De Catalanen bevonden zich na zeven wedstrijden in de onderste regionen van de ranglijst. Slechts twee wedstrijden waren gewonnen. Op een regenachtige zondagmiddag eind oktober kwam hier verandering in. Barça nam het in een thuiswedstrijd op tegen Granada. Johan debuteerde, scoorde twee keer en de wedstrijd werd met 4-0 gewonnen. Vanaf die dag werd de ploeg van Rinus Michels 25 speelrondes lang niet meer verslagen. Barcelona was niet meer in te halen en voor het eerst sinds veertien jaar weer kampioen. Cruijff was El Salvador, de verlosser.
Veertien staat niet alleen voor de periode waarin Barcelona geen kampioenschap binnen wist te halen. Het getal veertien is inmiddels onlosmakelijk verbonden aan een legende, een van de groten der aarde. De enige reden die ik kan bedenken waarom Cruijff niet de beste voetballer ter wereld was, is omdat hij van een andere planeet moest komen: buitenaards goed dat hij was. De lob tegen Den Haag in 1972, het doelpunt na negen seconden tegen Telstar, het fenomenale hakje tegenover Miguel Reina van Atletico Madrid en niet te vergeten de befaamde penalty samen met Olsen. De man kon alles.
De man kon alles
Niet alleen als voetballer en trainer zette Cruijff bijzondere prestaties neer. Buiten het veld was Cruijff nauw betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe generaties. Met zijn Johan Cruijff Foundation creëerde hij een maatschappelijk draagvlak voor kinderen om meer in beweging te komen, samen te kunnen spelen en gezond te blijven. Met de Cruijff Courts wist hij een hoop kinderen weer te laten sporten en gaf hij hen een plek waar ze samen konden komen: zo werd een plek gecreëerd die diende als sociaal steunpunt. En of dat nog niet genoeg was, zette hij scholen en universiteiten op voor gehandicapten en mensen met een beperking.
Hij creëerde ook nog eens een eigen taal; het Cruijffiaans. Een taal die gekenmerkt wordt door het gebruik van platte en deftige woorden door elkaar heen; de persoonlijk voornaamwoorden ik, wij en we die altijd werden vervangen door je; het veelvuldig gebruik van tautologieën. Voor Cruijff maakte het allemaal niet uit, die maakte er wel wat van. Hij stond bekend om zijn fabuleuze uitspraken als “Als je ergens niet bent, ben je of té vroeg of té laat”, “Voetballen is simpel, het moeilijkste wat er echter is, is simpel voetballen” en de bekendste was uiteraard “Als wij de bal hebben, kunnen hun niet scoren”.
Facebook, Twitter, Instagram, elke nieuwssite en elk nieuwsprogramma dat je gister aanzette, gaf verslag van het overlijden van Cruijff. Elk medium en elke journalist, nieuwsorganisatie of social media-gebruiker postte zijn of haar herinneringen aan Cruijff. Maar ondanks dat alle anekdotes, legendarische doelpunten en mooie projecten te bijzonder zijn om niet over te berichten, schieten al deze woorden tekort om het verlies van een held te omschrijven. Ook doet dit artikel de man uiteraard veel te kort, maar als fervent voetballiefhebber, communicatiewetenschapper, media-fetisjist en bovenal als een volger van de filosofie van Cruijff, kan ik dit nieuws niet onbeschreven aan me voorbij laten gaan.
Een man die bekender was dan een groot merk als Heineken is niet meer. Zoals hij zelf over zijn ziekte zei, stond hij met 2-0 voor in de rust. Helaas verloor hij in de blessuretijd met 2-3. Nummer veertien is uit het oog, maar zeker niet uit ons hart.
Dit is een gastbijdrage van Marlon Braakman. Ook een gastbijdrage schrijven? Mail naar [email protected]
Cover: Peter Eijkman