[mks_dropcap style=”letter” size=”48″ bg_color=”#ffffff” txt_color=”#000000″]N[/mks_dropcap]on-verbale communicatie kan ons vertellen of Bill Clinton wel of niet seks heeft gehad met ‘’that woman’’. Deze vorm van communicatie kan daarom wel eens belangrijker voor een journalist zijn dan je zou denken. Uiteraard is het geen exacte wetenschap, waardoor het een onderbelicht en slecht onderzocht gebied is binnen de Communicatiewetenschap. Steeds meer wetenschappers nemen dit veld echter serieus. Twee weken geleden plaatsten wij het artikel Non-verbale communicatie en lichaamstaal 101, waarin het belang ervan kort werd uitgelegd. Hoe kan deze vorm van communicatie van pas komen voor journalisten?
Non-verbale cues spelen een belangrijke rol als wij een beeld van een politicus proberen te vormen. Uit onderzoek van Markus Koppensteiner en Karl Grammar bleek dat men de eigenschappen extraversie, nauwkeurigheid, emotionele stabiliteit en openheid gedeeltelijk beoordeelt aan de hand van de mate en souplesse van lichamelijke bewegingen. We zijn stiekem best goed in het interpreteren van lichaamstaal, veelal onbewust. Politici proberen hier rekening mee te houden en worden daar dan ook uitvoerig in begeleid. Ondanks alle trainingen maken politici natuurlijk wel eens foutjes. Zodra daar een camera op staat gericht, worden zelfs non-verbale bijzonderheden snel uitvergroot.
22 maart 2016, de dag van de terreuraanslagen in Brussel, bracht de Amerikaanse president Barack Obama een historisch bezoek aan Cuba, waar hij in gesprek zou gaan met de Cubaanse president Raúl Castro. Dit werd het eerste bezoek van een Amerikaanse president aan dit land sinds 1928 en het was een bijzondere aangelegenheid wegens de uitermate moeilijke relatie tussen de twee landen. Het volgende gebeurde:
Een ongemakkelijke handdruk zorgde voor commotie op social media. Op het eerste gezicht lijkt het misschien gewoon grappig, maar er zit meer achter dan je zou denken. Obama weet dat hij dominantie uitstraalt als hij iemand een schouderklopje geeft. Denk maar eens na: geef jij jouw baas een schouderklopje of hij jou? Een schouderklopje geven impliceert dat je de ontvanger complimenteert, alsof diegene zich moest bewijzen aan jou. De ontvanger pikt dit onbewust op en kan zich dan gaan gedragen alsof hij/zij inderdaad een minderwaardige positie heeft. Bij de ontmoeting met Castro probeerde Obama hem een schouderklopje te geven tijdens de handdruk. Castro moest hier niets van weten, pakte de pols van Obama en stak deze ongemakkelijk in de lucht.
De volgende keer dat je op televisie een ontmoeting tussen Poetin en Obama ziet, let er dan ook eens op wat voor strijd er non-verbaal gaande is. Twee mannen die de dominante positie in het gesprek willen innemen. Het doel? De sterkste man lijken voor het publiek, maar ook een leidende rol hebben in eventuele onderhandelingen. Een leuk schouwspel wanneer je doorhebt wat er gaande is.
Eind jaren negentig vroegen we ons allemaal af of Bill Clinton nou wel of geen affaire had met Monica Lewinsky. “I did not have sexual relations with that woman”, vermeldde hij ons expliciet. Als je goed oplet, zie je dat de beste man hier een leugen vertelde. Let op de gezichtsuitdrukkingen in de volgende video.
Aan het einde vertoont Clinton een glimlachje. Het is subtiel, het is flauw, maar het is aanwezig
Wanneer je video vergelijkt met andere beelden van Clinton, zie je dat hij ander gedrag vertoont dan normaal. Hij wijkt af van zijn baseline, die belangrijk is voor de interpretatie van lichaamstaal. Denk eens aan je beste vriend of vriendin: het valt je direct op als zijn of haar gedrag afwijkt. Clinton toont in deze video minachting in zijn gezicht wanneer hij over Lewinsky spreekt. In een ander interview toonde hij walging en hield hij regelmatig zijn handen voor zijn mond tijdens het vragenvuur van de interviewer. Normaliter deed Clinton dit niet. In de bovenstaande video verschuift Clinton zijn lichaam ook vlak voor hij de leugen vertelt. Vervolgens overdrijft hij en zitten er veel te lange pauzes tussen zijn woorden. Volgens FBI-agent Navarro een teken dat hij te hard zijn best doet iemand te overtuigen van iets dat niet waar is. Aan het einde vertoont Clinton een glimlachje. Het is subtiel, het is flauw, maar het is aanwezig. Hij denkt er mee te zijn weggekomen. Een half jaar later gaf hij toe dat er wel degelijk een affaire was, wat leidde tot het Lewinskyschandaal.
Dat politici liegen is niets nieuws. Twijfel je aan de woorden van de politicus die je op televisie ziet? Hoe denkt Obama werkelijk over Syrië? Wanneer gaat Rutte een belofte breken? Hoe voelt Merkel zich over de vluchtelingencrisis en wat vindt Poetin van andere leiders? Non-verbale communicatie kan wel eens het antwoord geven.
Cover: Justin Ruckman