[mks_dropcap style=”letter” size=”48″ bg_color=”#ffffff” txt_color=”#000000″]I[/mks_dropcap]k kijk geen Wie is de Mol?. Ja, je leest het goed. Ik. Kijk. Géén. Wie is de Mol?. Als Communicatiewetenschapper in opleiding is het natuurlijk eigenlijk de bedoeling een beetje op de hoogte te zijn van alle trends, maar ik onttrek me koppig aan die verantwoordelijkheid. En daar betaal ik de tol voor: het levert namelijk vaak ongemakkelijke momenten op, waardoor ik me de outcast voel.
‘Je mist echt veel’
Ik heb geen flauw idee waarom ik het niet kijk. Ik heb wel eens een fragment gezien, maar het gaf mij niet de intentie om het elke week te gaan volgen. Hetzelfde geldt voor programma’s als Expeditie Robinson. Ja, ik ben er zo één. “Je mist echt veel”, krijg ik wel eens te horen. Hoewel ik mijn leed kan delen met mede-Mediummer Joël Bakker en mijn nieuwe, nu al geliefde eindredacteur en mierenneuker Kaylee Schilder, levert dit echter wel een paar probleempjes op in mijn verdere sociale leven, zelfs bij mijn werkzaamheden voor Medium.
Op verjaardagen en partijtjes hoop ik het elke keer weer: laat alsjeblieft niemand over Wie is de Mol? beginnen. Als je dit leest, weet je natuurlijk zelf ook wel dat die wens never nooit uitkomt. “Wie denk jij dat de Mol is?”, hoor ik altijd op zo’n avond. Al-tijd. “Het is sowieso [vul programmadeelnemer in]!”, klinkt het dan, waarna de discussie losbarst. “Nee, echt niet! Het is sowieso [vul andere programmadeelnemer in]!” Ik houd me dan afzijdig van het gesprek, maar er is sowieso wel één persoon die mij die ene vraag gaat stellen. “Nee, ik kijk dat programma niet”, geef ik dan maar toe. Het resultaat? De ‘waarom besta jij?’-blikken zijn in overvloed. Daarna wordt uitgesproken dat ik iets mis in mijn leven. Oké.
Zelfs op de redactie van Medium ondervind ik dezelfde problemen als eerder beschreven. Als eindredacteur moest ik ooit een stuk redigeren met als onderwerp – je raadt het al – het voor mij gevreesde programma. Zin voor zin las ik wat er zoal tijdens de show gebeurde en de moed zakte mij steeds meer in de schoenen. Ik heb dan maar gewoon de zogenaamde taalnazi-check gedaan op spelfouten, maar of het verhaal nu klopte, was voor mij een raadsel. De desbetreffende redacteur had mij zo in de maling kunnen nemen door een verzinsel op papier te zetten. Ik heb dan maar een mede-eindredacteur om een second opinion gevraagd.
Nog een Mediumvoorbeeld: tijdens de laatste vergadering ging het over Ellie Lust. Ik ken haar als die chick met dat korte haar van de politie, maar het schijnt dat ze ook mee heeft gedaan aan het programma. Alleen kan ik dat natuurlijk niet weten, maar dat geheel terzijde. Onze Chef Online Anton Bekenkamp maakte een grapje over haar, iets met een portofoon. Waarschijnlijk zou bijna iedereen in Nederland de grap van de online eindbaas snappen, maar ik niet. Ik lachte gewoon mee met de rest, maar wist ik veel waar het over ging.
Meegaan met de massa?
Tja, wat nu? Zal ik toch maar het programma bekijken om mij niet een sociale paria te voelen op feestjes en partijtjes en meer te kunnen integreren in de Mediumredactie? Of blijf ik standvastig bij mijn standpunt om het programma te mijden? Ik denk het laatste, want jongens, even serieus: mag ik gewoon zelf bepalen hoe ik mijn zaterdagavond invul? Mensen vragen ook wel eens wat – als ik niet dat programma kijk – ik dan wél op een zaterdagavond doe. Wil je weten wat ik dan doe? Ik spreek bij mij thuis af met alle andere niet-Wie is de Mol?-kijkers – we zijn met z’n drieën – en drinken heel veel wijn en klagen over het feit dat we iets missen in ons leven. En dan huilen we ons in slaap in een hoekje. Daarna is het tijd voor Studio Sport Eredivisie.