Tekst: Daan Börger
[mks_dropcap style=”letter” size=”48″ bg_color=”#ffffff” txt_color=”#000000″]‘S[/mks_dropcap] tudenten lijden onder keuzestress’, zo kopte het NRC Handelsblad afgelopen oktober. In het artikel in kwestie wordt onder andere een UvA-onderzoek aangehaald, waaruit blijkt dat 23 procent van de studenten kampt met psychische problemen. Lang geen zeldzaam verschijnsel, die keuzestress-ellende. Ook voor jou niet. Neem anders een ogenblik om terug te denken aan dat moment waarop je het tentamen Inferentiële Statistiek weer eens niet haalde.
Dat bracht ongetwijfeld studiegerelateerde keuzestress met zich mee. Het meest verschrikkelijke aan deze doos van Pandora, gevuld met vertwijfeling over het leven, is dat hij vaak wordt gereduceerd tot ‘first world problem’. Het is waarschijnlijk best herkenbaar. Kort na een dramatische realisatie (waarin je je bijvoorbeeld beseft dat je een studieschuld van een Mercedes hebt en dat je met communicatiewetenschap niet per se gemakkelijk geld gaat verdienen) praat je met je tante Laurien, tijdens een gezellige plichtsvisite: ‘Wat rottig voor je, al die keuzevrijheid’, zal Laurien zeggen, ‘maar in Congo heeft een deel van de bevolking superebola en je oma heeft haar heup weer gebroken. Helemaal verbrijzeld, dat bot. Splinters, gruis en harde stukjes organisch materiaal. Dat wordt gênant strompelen, hangend over de rollator.’ Dan kun je wel in debat gaan en deze drogreden pogen te slopen door te wijzen op het feit dat het niet eerlijk is om de erbarmelijke omstandigheden van Congo en van het bekken van je oma te leggen naast een individuele studieschuld. Het zijn simpelweg absoluut onvergelijkbare zaken. Maar dat maakt niet uit. Het punt is reeds gemaakt: je moet stoppen met huilen als een klein meisje. Leven is overleven. Groei een ruggengraat, met je psychologische probleempjes.
Dit is best een vervelend scenario: de oprechte misère die jouw studiekeuzestress je continu brengt, wordt lang niet altijd serieus genomen. Je kunt er niets tegenin brengen, dus je kunt je er het best bij neerleggen. ‘Fijn gesprek dit, Laurien. Lekker communiceren met elkaar. Het is inderdaad allemaal echt schraal voor oma. En voor Congo. ’ De vraag die nu opdoemt is als volgt: stopt deze onbegrepen pijn die optreedt tijdens familiebijeenkomsten? Het antwoord hierop is simpel: ‘Ja’, althans, ik denk het. Ik ben momenteel een afgestudeerde, saaie kantoorlul en de enige vorm van harde keuzestress die ik nu ervaar is de kwestie of ik morgenochtend ontbijt nuttig of twintig minuten extra in bed blijf liggen. Winning.
Keuzestress maakt je in de ogen van de wereld een mietje. Of in ieder geval in de ogen van je dikke tante Laurien. Maar weet dat het tijdelijk is. Er is licht in de duisternis ten tijde van een familieweekend.
Cover: qimono