[mks_dropcap style=”letter” size=”48″ bg_color=”#ffffff” txt_color=”#000000″]V[/mks_dropcap]orige maand maakte Ajax bekend dat het Ziggo heeft gestrikt als nieuwe shirtsponsor. Per 1 januari zal de kabelexploitant voor 4,5 jaar verbonden zijn aan de Amsterdamse club. Hiervoor zal de landskampioen zo’n acht miljoen euro per jaar ontvangen. Grote bedragen gaan rond in het profvoetbal, maar dit staat in schril contrast met de amateurs. Sponsors blijven weg, terwijl voetbal toch echt bij de amateurs begint. Waarom is het dan zo moeilijk voor de amateurverenigingen om sponsorgeld te scoren?
Geen platte shirtsponsoring meer
Als je er over nadenkt, is het eigenlijk enorm achterhaald om als club een sponsor binnen te halen. Dat blijkt wel als we terug kijken op de afgelopen decennia. In principe vraag je als club een zak geld, zodat bijvoorbeeld de groenteboer een reclamebord krijgt in de hoek van het hoofdveld van de plaatselijke FC. Of beter, de groenteboer mag met zijn bedrijfsnaam op de shirts van het eerste elftal pronken. Helaas gaat dat nu niet zo makkelijk meer. “De tijd van platte shirtsponsoring is voorbij”, aldus sportmarketing-expert Jan Driessen.
Mede door de crisis zien lokale bedrijven af van het sponsorschap. Daarom moeten clubs én sponsors meer doen om wat voor elkaar te kunnen betekenen. Niet alleen clubs, maar dus ook sponsors moeten meer moeite doen, is de mening van Piet-Hein Geeris, sponsormanager bij ABN AMRO. Ze moeten het amateurvoetbal kunnen verbeteren. Meer betrokkenheid is dus van belang, maar zijn die sponsors niet juist heel erg betrokken bij de amateurclubs?
De meest betrokken sponsor ooit
Laat ik als voorbeeld mijn eigen voetbalclub nemen, VV Lunteren. Deze club is de lokale trots van het in Gelderland gelegen pittoreske dorpje Lunteren. Hier heb ik tussen mijn achtste en zeventiende op zo’n beetje elke positie in de verdediging de dienst uitgemaakt. Een carrière bij Real Madrid lag voor mij helaas niet in het verschiet, dus ik heb uiteindelijk ook mijn kicksen opgeborgen.
Een carrière bij Real Madrid lag voor mij helaas niet in het verschiet, dus ik heb uiteindelijk ook mijn kicksen opgeborgen
Negen jaar heb ik uiteindelijk rondgelopen bij deze club en wat ik in ieder geval heb meegekregen is juist de enorme betrokkenheid. Van vrijwilligers, ouders en ook sponsors. Waarom waren die lokale sponsors zo betrokken? Deze sponsors spelen zelf bij de club, hebben kinderen bij de club spelen en ook belangrijk, de kantine is een enorme ontmoetingsplek voor iedereen. Ook voor de sponsors. Neem bijvoorbeeld de eigenaar van het lokale slachthuis. Zijn zoon was vroeger mijn ploeggenootje. Bij uitwedstrijden was zijn vader altijd aanwezig om ons te vervoeren naar een dorp verderop om daar hopelijk de drie punten weg te halen. Daarna bracht hij ons terug naar onze eigen kantine, waar iedereen nog gezellig ging keten. Verder was deze man ook shirtsponsor, misschien wel de meest betrokken sponsor ooit. Aan alles was te merken dat de club niet zonder dit soort mensen kan. Waarschijnlijk zijn er meer van dit soort voorbeelden in de amateurtak van het vaderlandse voetbal.
Het einde?
Toch hebben de clubs nog steeds moeite om sponsorgeld binnen te halen en volgens Geeris moeten ze nog meer betrokken zijn. Dat terwijl sponsoren in de amateurtak in mijn beleving al op hun maximum zitten qua betrokkenheid. Wat Geeris dus stelt, klopt eigenlijk niet. Wat gaat dit betekenen, de ondergang van het Nederlandse amateurvoetbal? Ik hoop het niet. Gelukkig springt ING bij als hoofdsponsor van het amateurvoetbal, maar het is duidelijk dat verenigingen ook op een andere manier geld moeten binnen halen. Als ik ooit – let op, ooit – in de toekomst Amsterdam verruil voor Lunteren, wil ik wel dat mijn zoon gaat voetballen bij de plaatselijke club. Hopelijk is dat ook mogelijk en is dat dan wel een springplank voor een carrière bij Real Madrid.