Picture of By Eva Samplonius

By Eva Samplonius

[mks_dropcap style=”letter” size=”48″ bg_color=”#ffffff” txt_color=”#000000″]I[/mks_dropcap]k ben geboren in het jaar 1992, dit betekent dat ik behoor tot generatie y. Mijn generatie wordt in menig opinieartikel en blog gekenmerkt als zijnde lui, verwend, ondankbaar en onvolwassen. We zijn naoorlogs gebroed en hebben het geen dag in ons leven écht zwaar gehad, wat dat betreft hadden ze ons beter generatie ei kunnen noemen. Het enige wat er van ons verwacht wordt is in vier jaar tijd cum laude afstuderen, minstens drie keer stage lopen, vrijwilligerswerk doen en drie jaar werkervaring hebben voordat we ook maar een kans krijgen op de arbeidsmarkt. Wij van generatie y, krijgen een “quarterlife crisis” aangesmeerd. Ik geloof niet dat generatie y de luie, onvolwassen generatie is die menig blogger of opinieschrijver ons toeschrijft. Vorige week heb ik de 24 aangetikt en heb ik, tegen beter weten in, besloten niet mee te doen aan deze trend.

Niets moet, nietsen mag
Van jongs af aan worden we gepusht om het beste uit onszelf te halen. We mogen ons immers gelukkig prijzen dat we naar school mogen, kunnen studeren en dat onze ouders dit alles voor ons mogelijk hebben gemaakt. Generatie y moet de kansen pakken die onze ouders en grootouders nooit hebben gekregen, uitblinken en onze potenties tot het uiterste benutten.

Deze manier van denken hebben wij overgenomen van onze ouders en waar het hen krachtig en nuttig maakte, maakt het ons moe en eenzaam. Het maakt dat we zin krijgen om op donderdagmiddag de dichtstbijzijnde kroeg in te rennen en er pas weer zondagochtend uit te rollen, ook wel ‘escapisme’ genoemd. De druk van onze omgeving om optimaal te presteren is dus eigenlijk helemaal niet goed voor ons. Het zijn niet onze eigen dromen die we najagen, maar de dromen die ons zijn ingefluisterd door de maatschappij en economie van de generaties voor ons. Wij hebben ons deze idealen aangeleerd en nu beseffen we pas dat ze ons vreemd zijn.

Onze ouders
Daar zitten ze dan op een bankje langs de waterkant, boterhammetje met pindakaas in de aanslag. Van de achterkant zou je niet zeggen dat het twee verschillende personen zijn, ze zien er namelijk precies hetzelfde uit: beiden een rode Helly Hansen jas en lichtgrijs haar. Het zijn onze ouders, uitgebluste overwerkte veertigers en vijftigers, die worden wegbezuinigd om vervolgens geen baan meer te kunnen vinden. Of die zo hard hebben gewerkt dat ze met een burn-out thuis op de bank zitten. Aan de overkant van de sloot staan wij onze verantwoordelijkheden te vermijden. In het water zien we een glimp van onze toekomst, vol idealen die gebaseerd zijn op meer, beter en groter. Idealen die niet perse de onze zijn. Dit maakt dat we zoeken naar nieuwe rolmodellen en inspiratiebronnen. We zijn op zoek naar wat ons gelukkig maakt, een zinvol leven, waarin we niet onder constante prestatiedruk staan en kunnen worden wie we altijd al hadden willen zijn.

Smeer ons alsjeblieft geen quarterlife crisis aan.

Besluiteloos
Dat we niet weten wat we willen met ons leven, van feestje naar feestje hoppen en een half jaar naar Azië vertrekken omdat we de stress van onze scriptie niet aankunnen, heeft niets te maken met een gebrek aan lef of het ontwijken van verantwoordelijkheid. Het is de innerlijke tweestrijd die we telkens voeren tussen wat we zelf willen en wat we weten dat er van ons verwacht wordt. Misschien ambiëren wij wel helemaal geen glansrijke carrière en worden we iedere dag dat we om negen uur op kantoor zitten een beetje ongelukkiger. Of misschien weten we het gewoon allemaal niet zo goed en vinden we iedereen maar een stelletje bemoeiallen. Eén ding weet ik zeker: of ik nu lui, onvolwassen, prestatiegericht, besluiteloos of een twintiger in crisis ben, dat bepaal ik zelf wel. Misschien kunnen we niet altijd concreet aangeven wat we precies willen, maar één ding is zeker: smeer ons alsjeblieft geen quarterlife crisis aan.

Cover: zhouxuan12345678

Google Workspace Google Workspace prijzen Google Workspace migratie Google Workspace Google Workspace