Sinds de tweede helft van de twintigste eeuw wordt de verantwoordelijkheid voor plastic afval neergelegd bij consumenten in plaats van producenten. De plasticindustrie heeft door middel van effectieve campagnes de publieke opinie naar haar hand weten te zetten. Dit bood mogelijkheden tot uitbreiding van de productie van niet-recyclebare plastics.
Bewuste keuzes
Toen ik een half jaar geleden naar Amsterdam verhuisde had ik me voorgenomen om milieubewuste keuzes te maken. Weinig vlees, weinig plastic. Het is me aardig gelukt om mijn vleesconsumptie te verminderen, maar plastic afval beperken is een hele andere uitdaging. Elke keer dat ik naar de supermarkt of winkel ga, merk ik dat er veel producten verpakt zijn in wegwerpplastic, zoals groente en fruit, zodat ze langer houdbaar zijn. Maar ook plastic zit in plastic, eigenlijk zonder reden. Toen ik nog bij Bouwmaat werkte, moest ik tegelkruisjes in de schappen leggen en ik irriteerde me mateloos aan de hoeveelheid plastic die ik tegenkwam. De plastic tegelkruisjes zijn verpakt in plastic verpakkingen die verpakt zijn in een grotere plastic zak. Deze zakken zit vervolgens in plastic dozen die worden opgestapeld op een pallet. Maar om te voorkomen dat de dozen omvallen, worden ze ingewikkeld in nog een laag plastic. Voor één plastic product worden dus vier lagen plastic gebruikt. De reden dat er zo disproportioneel gebruik wordt gemaakt van plastic, heeft te maken met keuzes die ruim een halve eeuw geleden zijn gemaakt.
Protesten
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw ontstond er onrust over de gevolgen van plastic in het milieu. Demonstranten gingen de straat op om hun zorgen te uiten over het toenemende gebruik van plastic in uiteenlopende producten, zoals kleding, speelgoed en de verpakking van etenswaren. De demonstranten werden veelal geïnspireerd door het boek Silent Spring van Rachel Carson over de gevolgen van chemische stoffen in de landbouw. In de Verenigde Staten leidde haar boek tot het ontstaan van milieubewegingen en een verbod op een omstreden insecticide. De milieubewegingen die ontstonden, reikten veel verder dan de landbouw en ook de plasticindustrie werd door de milieubewegingen op haar vingers getikt.
Campagnes
Terwijl de publieke opinie zich tegen plastic keerde, werden er vanuit de plasticindustrie campagnes opgezet om de verantwoordelijkheid van zwerfafval te verschuiven van producenten naar consumenten. Consumenten werden gestimuleerd om hun plastic afval in de prullenbak te gooien, waardoor het publiek het idee had dat het een impact kon hebben op het plasticprobleem. Tegelijkertijd kon de industrie doorgaan met het produceren van plastic. De campagnes waren een succes, want sindsdien is plastic afval veelal uit het zicht verdwenen. De aanpak van de industrie is misschien wel de beste marketingstrategie van de afgelopen eeuw geweest, maar het schrijnende van deze strategie is dat het merendeel van plastics niet gerecycled wordt. Uit een onderzoek uit 2017 blijkt dat slechts 9% van al het plastic dat ooit is geproduceerd is gerecycled, 12% werd verbrand en 79% is terechtgekomen op stortplaatsen of in het milieu.
Nadelen van recyclen
Hoewel recyclen voorkomt dat een deel van het geproduceerde plastic in het milieu belandt, zitten er veel haken en ogen aan. Ten eerste is het percentage dat gerecycled kán worden erg klein. Je steentje bijdragen door afval te scheiden is meer een gevoelskwestie dan dat het een daadwerkelijke impact heeft. Zelfs als elke consument het doet. Daarnaast zijn de kosten van recyclen erg hoog. Dit heeft te maken met de verschillende soorten plastics die allemaal een ander doel dienen. Plastic dat door consumenten gescheiden wordt, moet later dus nog een keer gescheiden worden. Dit is arbeidsintensief en kost veel energie en het is daarom vaak niet economisch rendabel om te recyclen en milieuvriendelijker om nieuw plastic te produceren. Een ander probleem is dat recyclebare plastics vaak slechts één keer gerecycled kunnen worden. In theorie zou dit betekenen dat er minder plastic geproduceerd hoeft te worden, maar uiteindelijk eindigt ook gerecycled plastic als restafval op een stortplaats.
Hoewel westerse consumenten nauwelijks de gevolgen van plasticafval overzien, zijn er zichtbare gevolgen elders in de wereld. Zo zijn er grote bergen plastic afval te vinden in importkoplopers Turkije en Vietnam en er is een plasticsoep in de Grote Oceaan, waar zich veel plastic afval verzamelt. Toch heeft de plastic consumptie zijn weerslag op de westerse consument. Een onzichtbaar gevolg is namelijk dat microplastics afbreken tot nanoplastics en terechtkomen in dieren en planten en via de voedselketen uiteindelijk ook in het lichaam van de mens.
De paradox
De paradox die ontstaat is dat zowel niks doen als actie ondernemen het plasticprobleem vergroot
De paradox die ontstaat is dat zowel niks doen als actie ondernemen het plasticprobleem vergroot. Wanneer vrijwilligers plastic niet opruimen, blijft er meer zwerfafval in de natuur hangen, maar wanneer vrijwilligers zich wel inzetten voor het fatsoeneren van het milieu, is het dweilen met de kraan open. En omdat de vloer steeds droog getrokken wordt, maakt niemand zich er zorgen over. De strategie van de plasticindustrie heeft de afgelopen decennia gewerkt , maar komende jaren ligt gezichtsverlies op de loer. De zwakke schakel van de plasticindustrie is het publieke bewustzijn. Als meer mensen bewust zijn van de strategie van de plasticindustrie zal de publieke opinie verschuiven, waardoor de industrie zich hieraan moet schikken. Een beter milieu begint niet bij jezelf, maar bij het aanpakken van de producent.
Cover: Mali Maeder
Edited by: Ninke Boshuizen