[mks_dropcap style=”letter” size=”48″ bg_color=”#ffffff” txt_color=”#000000″]”D[/mks_dropcap]e journalist van de (twintigste) eeuw is dood.” Zo kopte de NOS eergisteren. Superjournalist, eeuwige verslaggever, wijs en erudiet. Henk Hofland wordt van links tot rechts, van de Telegraaf tot de Volkskrant de hemel in geprezen. Toch had ik nog maar nauwelijks van hem gehoord. Pas nu, achteraf, besef ik me wat ik gemist heb.
Avonturen van een verslaggever
Hofland begint in 1953 op de buitelandredactie van het Algemeen Handelsblad. Dit is een periode waarin de journalistiek nog lijkt op een avontuurlijk verhaal. In een interview met het Parool zegt Hofland bijvoorbeeld: “Toen de Hongaarse opstand uitbrak, vroeg mijn baas bij het Handelsblad, meester Chris Steketee, of ik zin had om dat van dichtbij te volgen. Met mijn nieuwe Volkswagen ben ik naar Boedapest getuft.” Niet iedereen zou dat willen, in je eentje naar een land rijden waar de tanks door de hoofdstad rijden, maar Hofland wilde altijd de verslaggever zijn om dingen van dichtbij te kunnen zien. Tegen een aspirant-journalist zou hij een stap naar de buitenlandredactie van het Algemeen Handelsblad later afgeraden hebben. “Daar zitten ze maar aan het bureau te lezen. Je moet de straat op.” zou hij als reden geven hebben.
“Hij liep op het Handelsblad rond als een soort anarchistische speurhond,” zegt Hans van Mierlo in een documentaire over Henk Hofland. “Die altijd aan dingen rook en daar dan stukjes over een schreef. Een Einzelgänger.”
Een getergde hoofdredacteur
Anarchistische speurhond, Einzelgänger. Het zijn woorden die niet echt passen bij de positie van hoofdredacteur. Toch wordt Hofland al snel tot die positie benoemd bij het Algemeen Handelsblad. Hij stond daar bekend als iemand die ongelooflijk kwaad kon worden. In dezelfde documentaire blijkt dat hij tijdens een redactievergadering een pak foto’s in het gezicht gooit van een ‘zeurredacteur’.
Als het Algemeen Handelsblad fuseert en het -voor ons welbekende- NRC ontstaat, gaat het al snel niet goed tussen Hofland en de eigenaren. Later zegt hij hierover: “De directie zag mij niet zitten en voerde een guerrilla tegen mij.” Toen hij in 1973 betrokken raakte bij een schandaal, zag het bestuur haar kans. Hofland werd uit z’n positie gezet.
Dan maar schrijven
Gelukkig stopte Hofland niet met schrijven. Na zijn ontslag bij het NRC schreef hij ‘Tegels Lichten’. Het boek werd een ongelooflijk succes. “Tegels Lichten was mijn wraakboek,” zei Hofland in een interview met het Parool. “Daarmee haalde ik mijn gram. Dertien drukken binnen een paar maanden. Toen kon ik verder.”
Gelukkig bleek hij een betere schrijver dan hoofdredacteur. Hij schrijf uiteindelijk meer dan 30 boeken. Daarnaast ging hij verder met journalistieke artikelen schrijven voor de Groene Amsterdammer en het NRC. Voor die laatste krant schreef hij ook zo’n 1800 wekelijkse overpeinzingen onder het pseudoniem S. Montag. Hij had dan ook geen zin in het idee dat een journalist een journalist was en een schrijver een schrijver. Hij wilde zinnen bouwen. In welk genre dat dan ook was, boeide hem helemaal niets.
Hij liep op het Handelsblad rond als een soort anarchistische speurhond
De beste journalist van de eeuw
Hofland wordt gezien als meer dan schrijver. Hij is niet voor niets in 1999 verkozen tot de beste journalist van de 20e eeuw. Dit zorgt ervoor dat staatssecretaris Sander Dekker over hem zegt: “Zoals Henk Hofland worden ze niet meer gemaakt. We zullen hem missen.”
“Zijn kracht ligt vooral in het waarnemen en het prachtig formuleren van de meest alledaagse dingen.” zegt Elsbeth Etty, columniste en winnaar van de Gouden Uil, in een documentaire uit 2010. De Groene Amsterdammer gaat nog een stap verder: “Enerzijds een klassieke commentator met zijn blik op de grote wereld en anderzijds een ongebonden ziel, die met een scherp oog het kleinste van het kleinste observeerde. Altijd in een heldere, beeldende stijl, zonder dat hij zich daarbij aan mooischrijverij bezondigde.”
Dat oog voor detail en de mooie schrijfstijl zorgden ervoor dat hij zich kon gedragen als tolk én criticus van hoogopgeleid Nederland. Zo zei hij in één van de laatste interviews met hem, dat ‘genietuh’ de leidende ideologie is geworden die “de menselijke verhoudingen totaal heeft veranderd.”
De zinnenbouwer
Hofland zag schrijven als het bouwen van zinnen. “Er is niets zo leuk als woord na woord plaatsen om een leuke zin te knutselen.” zegt hij in een aflevering van Brandpunt Profiel over hemzelf.
Als je hem leest kom je er dan ook achter dat hij niet gelooft in talent. Een goed schrijver doet gewoon zijn of haar best en schrijft. “Zonder geduld gaat het niet,” schrijft hij in ‘Rederij Hofland’. “Als je je geduld verliest, word je boos en wie boos is, kan niet schrijven. Als je bij je uitvoering van je plan voorgoed je geduld verliest, verlies je de moed en dan is alles mislukt.” Een goede tip voor iedereen die later wil schrijven.
Cover: Jac. de Nijs (ANEFO)