Als we journalist Jelmer Mommers moeten geloven, zijn onze huidige waarden gekoppeld aan overtuigende verhalen over ‘de waarheid’. Deze waarheid hangt nauw samen met de tijd waarin we leven. Zoals er in de film ‘Alles is Liefde’ in 2007 hard wordt gelachen om een scène waarbij het fenomeen Zwarte Piet wordt uitgelegd aan een getinte man, wie dit duidelijk niet kan waarderen, is dit anno 2018 wellicht ondenkbaar. Mommers benadrukt dat feiten, bewijzen en waarden via overtuigende verhalen verkregen worden. Het communisme, het nazisme: Mommers haalt het allemaal aan als harde bewijzen. Dit roept de vraag op of wij, mensen, wel zo autonoom zijn als wijzelf denken. Zijn wij wel in staat om onafhankelijke opinies te creëren? Of is opinievorming slechts een rel om het meest overtuigende verhaal?
Deze discussie lijkt in eerste instantie misschien een hedendaagse discussie, maar is dit allerminst. Deze dateert van jaren en jaren terug. Na het nazisme vroegen mensen en wetenschappers zich af of mensen echt zo gevoelig zijn voor de overtuiging van een verhaal. Ook anno nu buigt Mommers zich opnieuw over dit vraagstuk. Hij lijkt ervan overtuigd te zijn dat politici slechts op de hoogte moeten zijn van de waarden van nu en deze moeten vertalen naar een overtuigend verhaal en dat mensen dit vervolgens oppakken. Een goed voorbeeld hiervan is religie, aldus Mommers. De indirecte aanname is hier dus dat mensen gevoelig zijn voor beïnvloeding.
Misschien is er sprake van een diepere kern en dat is dat mensen gevoelig zouden zijn voor gezag. Uit het Milgram experiment dat in 1963 plaatsvond, bleek dat mensen al snel geneigd zijn te voldoen aan de gevraagde eisen wanneer zij onder drukkend gezag staan. Dit roept wederom vragen op over de menselijke natuur. Zijn mensen zulke kuddedieren? Zijn mensen van nature slecht, als ze gemakkelijk schokken toedienen aan andere mensen, zoals het Milgram experiment aantoonde?
Persoonlijk denk ik van niet. Ik denk dat mensen vooral hunkeren naar erkenning en door dit streven gevoelig zijn voor gezag en voor de overtuigingskracht van verhalen. Mensen zijn constant zoekende naar wie zij zijn binnen de maatschappij en welke rol zij vervullen, waar dan ook. Dit kan op de werkvloer zijn, maar ook op school of binnen familiekringen. Door deze constante zoektocht naar ‘jouw’ rol, zoek je naar overtuigende verhalen die bij jouw rol binnen jouw mini-maatschappij passen. Dit is een continue zoektocht, want wanneer dit overtuigende verhaal niet meer past bij jouw rol, door mensen die je ontmoet of veranderingen die je doorgaat, zoek je naar nieuwe overtuigende verhalen.
Mensen zijn constant zoekende naar wie zij zijn binnen de maatschappij en welke rol zij vervullen, waar dan ook
Waarvan we ons misschien onvoldoende bewust zijn, is dat deze zoektocht inherent is aan de omgeving. Zoals Mommers in zijn stuk benadrukt, zijn mensen veel altruïstischer dan in eerste instantie doet vermoeden. Mensen zouden ontzettend verschillen van dieren door onze natuurlijke behoefte om anderen te helpen. Misschien zijn we van nature helemaal niet zo slecht als we zelf soms denken. Misschien staan huidige individualistische bewegingen in onze westerse samenleving wel haaks op onze altruïstische natuur en is dit een bron van stress, die we massaal zeggen te ervaren.
Volgens Mommers is het tijd voor een omslag en is het tijd voor bewustwording van onze altruïstische natuur. Het kapitalisme is volgens hem in strijd met wat we eigenlijk zouden moeten nastreven: collectieve eenheid. Kapitalisme resulteert linea recta in individualisme door de focus te leggen op onze individuele ratio en op de individuele baten en kosten van de consument. Maar willen we dit eigenlijk wel? En is dit streven wel goed voor ons?
Niet alleen Mommers biedt een tegengeluid. Ook schrijver Sip Markink pleit in zijn opiniestuk voor tevredenheid. Hij kreeg ‘jeuk’ van al die vacatures waarin werd gevraagd naar een ‘ambitieuze’ en ‘gedreven’ werknemer. Het kapitalisme gaat gepaard met nutsmaximalisatie, ambitie en concurrentie. Mommers preekt zelfs van een zogeheten ‘epidemie van eenzaamheid’. Eerlijk gezegd weet ik niet of dit de waarheid is. Dat hangt waarschijnlijk af van mijn interpretatie van dit ‘overtuigende verhaal’ en of deze waarheid past binnen mijn mini-maatschappij.
Als ik terugdenk aan de afgelopen zonnige lentedagen, zie ik absoluut ook collectiviteit. Ik zie salsadansende mensen in het Vondelpark en wanneer een hond ontsnapt van een zonovergoten terras, rennen onbekenden massaal de straat op om het baasje te helpen de hond te pakken. De aanname dat er een ‘epidemie van eenzaamheid’ is, valt naar mijn idee te betwisten. Dit hangt er misschien ook mee samen dat ik dit een trieste gedachte vind en dat ik er simpelweg een andere visie over onze maatschappij op na wil houden.
Uiteindelijk benadrukken Chinese filosofen in het boek ‘de Weg’ dat al die aannames over wie wij zijn en over onze rol binnen de maatschappij slechts mentaal zijn. Hoe vaak hoor je iemand wel niet zeggen ‘oh ja, zo ben ik’? Ik vaak genoeg, in ieder geval. Volgens hen kunnen we onszelf drastisch veranderen en moeten we niet vast blijven zitten in patronen als ‘zo ben ik’, omdat dit geen vooruitgang boekt. Maar ja, of je deze column uiteindelijk wil geloven, is uiteindelijk een kwestie van hoe overtuigend dit verhaal is en welke waarheid past bij jouw mini-maatschappij.
Cover: Jure Širić