‘Daar gaan we weer’, hoor ik je al denken. Alsof de hashtag #metoo niet genoeg is uitgemeten door de media de afgelopen maanden. Naar mijn mening zijn er inderdaad voldoende woorden vuil gemaakt aan het onderwerp, maar zijn deze woorden weinig onderscheidend. Het in ‘zij’ en ‘wij’ denken lijkt een terugkerend fenomeen binnen de #metoo-discussie en misschien wel in onze samenleving. Maar is dit niet in strijd met het zogeheten tolerante Nederland?
Tegelijkertijd is het wellicht onmogelijk radicale gelijkheid te bereiken, want mensen zijn simpelweg niet gelijk. Gelijkwaardig wel, maar gelijk? Nee. We zijn allemaal anders, dus de vraag is of we radicale gelijkheid wel na moeten streven. De politieke partij Artikel 1, dat slaat op het tegengaan van discriminatie, heet wellicht niet voor niets ‘Een nieuwe politiek van gelijkwaardigheid’, in plaats van gelijkheid.
Uitdaging van huidige machtsstructuren
Een tijdje terug las ik het interview met feministisch boegbeeld Fay Weldon. Zij verwoordde waar ik me al wekenlang mee bezighield. De feministische revolutie is te ver doorgeschoten, aldus Weldon. Mannen zouden continu verbeeld worden als de vijand. Waar feminisme staat voor gelijkheid tussen man en vrouw, staat de hashtag #metoo juist voor de ongelijkheid tussen man en vrouw. Er wordt beweerd dat de man oppermachtig is en de vrouw min of meer onderdrukt. Het #metoo-fenomeen wordt getypeerd als een opstand van feministen, maar is in feite een uitdager van huidige machtsstructuren.
Anderzijds klopt het dat machtsstructuren uitgedaagd moeten worden om een niveau van gelijkheid te bereiken. Daarnaast wil ik niet beweren dat er geen vormen van ongelijkheid bestaan tussen man en vrouw. Toch lijkt het wegzetten van mannen als het oppermachtige gender in onze samenleving mij niet de juiste manier. Plotseling lijken vrouwen zichzelf weg te zetten als een minderheidsgroep, terwijl vrouwen dat allerminst zijn. Mannen en vrouwen zijn gelijk, maar niet hetzelfde. Dat blijft een cruciaal gegeven.
Gelijkheid zonder gelijk te zijn
Dat mensen gelijk, maar niet hetzelfde zijn, benadrukte ook Arthur Umbgrove bij Radio 1. Discriminatie is het maken van ongeoorloofd onderscheid, aldus de Dikke van Dale. Deze betekenisgeving was voor Arthur Umbgrove reden om het onderwerp discriminatie aan te snijden. Zo zegt hij zelf dagelijks ongeoorloofd onderscheid te maken. Als hij een man met ribbroek, een bril en een polo ziet, denkt hij linea recta aan een voormalig corpsbal. Een Bussums accent maakt het plaatje helemaal compleet. Is hij nu een racist? Hij betwijfelt het.
Het zogeheten ‘gewone volk’, ‘mannen’, ‘vrouwen’: iedereen is in een hokje te plaatsen
Het paradoxale aan gelijkheid is dat je onderscheid moet maken, om gelijkheid na te kunnen streven. Om iemand met niet-Nederlandse achtergrond meer baankansen te bieden, doen veel bedrijven aan positieve discriminatie. Om een representatieve democratie te vormen, zegt Geert Wilders het gewone volk te vertegenwoordigen. Constant plaatsen we mensen in hokjes. Het zogeheten ‘gewone volk’, ‘mensen met niet-Nederlandse achtergrond’, ‘mannen’ en ‘vrouwen’: iedereen is in een hokje te plaatsen. Het punt is dat iedereen met discriminatie te maken krijgt, alleen de een in grotere mate dan de ander.
Daarnaast discrimineert iedereen ook, vaak op basis van stereotypen. We kunnen wel blijven streven naar een discriminatie loze samenleving, maar dit punt wordt waarschijnlijk nooit bereikt. Arthur pleit voor het accepteren van discriminatie en zegt voor milde diversiteit te zijn. Misschien moeten we onze natuur om mensen te willen indelen inderdaad accepteren. In ieder geval ben ik ervan overtuigd dat iedereen zich, op welke wijze dan ook, schuldig maakt aan discriminatie.
‘Zij’ en ‘wij’
Maar de vraag is wat we ermee doen. Gaan we ons op basis van onze stereotypen en vooroordelen respectloos gedragen ten opzichte van anderen? Of proberen we naar het individu an sich te kijken? Uiteindelijk moeten we ons afvragen wat die hokjes precies betekenen. Wie is ‘het gewone volk’ eigenlijk? Is dat niet uiteindelijk een groep individuen? Het gevaar zit in het ‘zij’ en ‘wij’ denken.
Net zoals bij het #metoo-fenomeen, moeten we niet blijven hangen in het ‘zij’ en ‘wij’ die tegenover elkaar staan. In een sociaal experiment geleid door Jeroen Pauw in 2014 leefden onder andere een moslima, een PVV’er, een homo en een Surinaamse een week lang samen. Wanneer de mensen een-op-een met elkaar praatten, leek er wellicht wederzijds onbegrip te zijn, maar wel degelijk wederzijds respect. Daarnaast benadrukte Sylvana Simons in het programma Holland! dat zij het jammer vond dat presentatrice Ryanne van Dorst het verschil in uiterlijk tussen hen niet zag. Vervolgens sprak Ryanne dat ze het wel zag, maar dat het haar niet uitmaakte.
Hiermee benadrukte Sylvana precies wat ik probeer te zeggen: het is goed als we de verschillen juist wel zien, maar hier niet direct een negatief waardeoordeel aan verbinden. Diversiteit kan ook een mooi gegeven zijn en is, zolang er onderling respect bestaat, het vieren waard. Misschien ben ik wel, net zoals Arthur Umbgrove, in theorie voor radicale gelijkwaardigheid, maar in de praktijk voor milde diversiteit.
Cover: geralt / Eindredactie: Tamar Hellinga